Overslaan en naar de inhoud gaan

Belastingsplichtige kan op elk moment fiscale visitatie beëindigen

maandag 18/12/2023

In twee recente arresten geeft het Hof van Cassatie meer duidelijkheid over de te volgen spelregels bij een fiscale visitatie. Bij een (on)aangekondigde fiscale controle mogen de controleurs de privéwoning of de bedrijfsruimtes niet betreden zonder de voorafgaande toestemming van de belastingplichtige. Nog belangrijker is dat deze toestemming blijvend aanwezig moet zijn. Een belastingplichtige kan zijn gegeven toestemming op elk moment intrekken waardoor de visitatie stopgezet moet worden.

Een fiscale visitatie is een officiële inspectie of een bezoek aan een belastingplichtige om een fiscale controle uit te voeren.

Het principe van de vrije toegang van de fiscus

Krachtens artikel 63 van het btw-Wetboek zijn belastingplichtigen, onder bepaalde voorwaarden, er toe gehouden om aan fiscale ambtenaren ‘op elk tijdstip en zonder voorafgaande verwittiging vrije toegang’ te verlenen tot hun beroepslokalen. Dat stelt die ambtenaren in staat om, onder meer, de boeken en stukken te onderzoeken die zich in deze lokalen bevinden. Fiscale ambtenaren mogen zonder voorafgaande verwittiging, ‘vrij binnentreden’ in alle andere gebouwen, lokalen of andere plaatsen waar werkzaamheden worden verricht.

Daarnaast kan de fiscus zich ook toegang verschaffen tot de privéwoning, zij het onder strengere voorwaarden. Dat is onder meer een voorafgaande machtiging van de politierechter en een controle binnen wettelijk bepaalde tijdstippen (tussen 5 uur ’s morgens en 9 uur ’s avonds).

Voor inkomstenbelastingen geldt een gelijkaardige regeling (cf. art. 319 WIB 1992).

Voer voor discussie

De draagwijdte van het fiscaal visitatierecht van de administratie is al jarenlang voer voor discussie. De fiscale administratie gaat er traditioneel van uit dat geen toestemming van de belastingplichtige nodig is om de privéwoning, de gemengde woning of de bedrijfsruimten binnen te gaan. Ze gaat ook uit van een actief zoekrecht. Dat wil zeggen dat ze eens binnen, alle (gesloten) kasten, deuren, kluizen, computers, vuilnisbakken, etc. zomaar mag openen en doorzoeken, zonder de expliciete toestemming van de belastingplichtige.

Nuancering door Grondwettelijk Hof: belastingplichtige kan toegang weigeren

In een arrest van 12 oktober 2017 floot het Grondwettelijk Hof de administratie al een eerste keer terug.

Volgens het Grondwettelijk Hof houdt het visitatierecht in dat de belastingplichtige (of zijn gevolmachtigde) de verplichting heeft om vrije toegang te verlenen tot de beroepslokalen en zijn medewerking moet verlenen aan de fiscale visitatie. Dat impliceert echter geen absoluut betredingsrecht voor de fiscus. Het visitatierecht staat de bevoegde ambtenaren niet toe zich met dwang toegang tot de beroepslokalen te verschaffen als er geen verplichte medewerking verleend wordt. Mocht de wetgever een dergelijke afdwingbaarheid zonder toestemming beogen, dan had hij daarin uitdrukkelijk moeten voorzien en de voorwaarden daartoe moeten omschrijven. En dat is niet het geval is.

Kortom, de belastingplichtige kan weigeren om de fiscale ambtenaren binnen te laten in de beroepslokalen waardoor de visitatie niet kan doorgaan.

Cassatie: blijvende toestemming van de belastingplichtige vereist

In een arrest van 16 juni 2023 heeft het Hof van Cassatie bevestigd dat de voorafgaande toestemming van de belastingplichtige ook vereist is bij een fiscale visitatie in de privéwoning of de bewoonde lokalen. Nog belangrijker is dat deze toestemming blijvend aanwezig moet zijn.

Samenvatting van de feiten

Bij een btw-controle brengt de administratie een onaangekondigd bezoek aan de privéwoning van een belastingplichtige. De administratie is in het bezit van een voorafgaandelijke machtiging van de politierechter. Aanvankelijk verleent de belastingplichtige toestemming voor een rondgang in de privéwoning. Tijdens de controle bedenkt de belastingplichtige zich. Hij trekt zijn toestemming in en dat wordt vastgelegd met een geluidsopname. De administratie geeft evenwel geen gevolg aan de intrekking van de toestemming en zet de controle onverminderd verder.

De belastingplichtige meent dat de visitatie onwettig is verlopen. De documenten die na de intrekking van de toestemming zijn verkregen, zijn volgens hem onrechtmatig verkregen.

Standpunt rechter

Het hof van beroep van Gent is het daar niet mee eens. De machtiging van de politierechter is een voldoende rechtsgrond voor de fiscus om een fiscale visitatie door te voeren in de privéwoning. De toestemming van de belastingplichtige is in zo’n geval van geen belang: ‘de belastingplichtige hoeft geen toestemming te geven aangezien er een machtiging verleend is’ (Gent 20 april 2021, 2020/AR/268, www.monKEY.be).

Standpunt Cassatie

Het Hof van Cassatie volgt deze redenering niet en verbreekt het arrest van het Gentse hof van beroep. Een voorafgaandelijke machtiging van de politierechter om de privévertrekken te visiteren, is een noodzakelijke voorwaarde, maar geen vrijbrief. Zo’n machtiging verleent fiscale ambtenaren enkel toelating om tot de visitatie van de particuliere woningen of bewoonde lokalen over te gaan. Ze houdt niet in dat fiscale ambtenaren die lokalen ook zonder voorafgaandelijke toestemming van de belastingplichtige mogen betreden. De belastingplichtige heeft met andere woorden het laatste woord.

Het Hof van Cassatie voegt er nog aan toe dat de toestemming van de belastingplichtige blijvend aanwezig moet zijn. ‘Door aldus te oordelen dat de intrekking van de toestemming door de belastingplichtige om de lokalen te betreden en er niet aan in de weg staan dat de visitatie wordt verdergezet, verantwoordt de appelrechter zijn beslissing niet naar recht.’ (Cass. 16 juni 2023, AR F.21.0181.N, F.21.0187.N)

Actief zoekrecht van de fiscus blijft overeind

In een recent arrest van 6 oktober 2023 bevestigt het Hof van Cassatie het principe van de vereiste permanente toestemming van de belastingplichtige voor een fiscale visitatie in de bedrijfsruimtes.

Toch werd in deze zaak de belastingplichtige in het ongelijk gesteld. De belastingplichtige had initieel zijn toestemming verleend aan de fiscale ambtenaren. Er kon echter niet aangetoond worden dat die toestemming nadien werd ingetrokken.

Samenvatting van de feiten

De btw-administratie voert een onaangekondigde controle uit in het magazijn en de winkel van een vennootschap die actief is in de groot- en kleinhandel van voedingsproducten. Tijdens de controle maken de controleurs gebruik van hun actief zoekrecht. Ze onderzoeken alle ruimtes en openen zelf kasten en doorzoeken vuilnisbakken en koelkasten. De administratie vaardigt nadien een dwangbevel uit tot navordering van btw.

De belastingplichtige verzet zich tegen het dwangbevel en brengt de zaak voor de rechtbank. Volgens de belastingplichtige is de administratie te ver gegaan in haar onderzoek door onder andere zelf de gesloten kasten te openen en de vuilnisbakken en koelkasten te doorzoeken.

Standpunt rechter

De belastingplichtige krijgt gelijk van de rechtbank van eerste aanleg, maar wordt teruggefloten door het hof van beroep van Luik. Het hof van beroep stelt vast dat de zaakvoeder van de vennootschap toegang verleende tot de bedrijfsruimten. De zaakvoerder heeft tijdens de controle ook geen bezwaar gemaakt tegen de onderzoeksdaden. Integendeel, de zaakvoerder heeft zelfs actief meegewerkt tijdens de fiscale visitatie. Het hof van beroep van Luik ziet dan ook geen graten in de manier waarop de fiscale visitatie werd uitgevoerd.

Standpunt belastingplichtige

De vennootschap brengt de zaak vervolgens tot bij het Hof van Cassatie. Ze argumenteert dat de toestemming van de belastingplichtige aan de fiscale ambtenaren om de lokalen te betreden, geen vrijgeleide is om alle onderzoeksdaden te stellen die de fiscale administratie potentieel zou kunnen verrichten. Als controleurs bepaalde lokalen willen betreden of bepaalde (gesloten) kasten willen openen, moeten ze opnieuw de toestemming vragen van de belastingplichtige.

Standpunt Cassatie

Het Hof van Cassatie gaat niet mee in deze redenering. Het verwijst naar het voornoemd arrest van het Grondwettelijk Hof en is van oordeel dat fiscale ambtenaren beschikken over ruime onderzoeksbevoegdheden. Ze hebben het recht om boeken en documenten te onderzoeken, ook al bevinden deze zich in gesloten kasten, vuilnisbakken of koelkasten, in de lokalen waar de belastingplichtige zijn beroepsactiviteit uitoefent. En dat zonder dat ze daar voorafgaandelijk de toestemming van de belastingplichtige moeten voor krijgen. Enkel als de belastingplichtige zich tegen het onderzoek verzet, kan de raadpleging van de boeken en documenten niet plaatsvinden. (Cass. 6 oktober 2023, F.22.0082.F, www.monKEY.be).

Toestemming belastingplichtige staat centraal

De toestemming van de belastingplichtige staat centraal bij de beoordeling van de rechtmatigheid van de fiscale visitatie.

  • Weigert een belastingplichtige voorafgaandelijk de toegang tot de lokalen aan de fiscale ambtenaren, dan kan de fiscale visitatie niet doorgaan. Een eventuele machtiging van de politierechter is daarbij van geen belang.
  • Eens een belastingplichtige toestemming verleent aan de fiscale ambtenaren om de lokalen te betreden, beschikken ze over een actief zoekrecht. Ze kunnen vrij de verschillende lokalen betreden en (gesloten) kasten, kluizen, vuilnisbakken, koelkasten openen en doorzoeken. En dus zonder opnieuw expliciet toestemming te vragen.
  • Een belastingplichtige kan altijd zijn toestemming intrekken om de fiscale visitatie onmiddellijk te beëindigen. In de praktijk is het van belang om dat te documenteren, zodat er een bewijs is van de ingetrokken toestemming bij een (eventuele) latere discussie.
  • De cassatiearresten geven een belastingplichtige de nodige munitie om zich te verweren tegen soms buitensporige praktijken van de fiscale administratie. Toch geven ze geen vrijbrief aan de belastingplichtige om zomaar, zonder enige rechtvaardigingsgrond, de fiscus de toegang te weigeren. Een onrechtmatige weigering tot medewerking kan aanleiding geven tot sancties. Dat kan een administratieve geldboete zijn (bij bedrieglijk opzet of het oogmerk om te schaden) of een strafrechtelijke sanctie. De administratie kan ook een aanslag van ambtswege vestigen waardoor de bewijslast wordt omgekeerd. Of de fiscus kan overgaan tot de oplegging van een dwangsom.

Kortom, u springt het best niet lichtzinnig om met een weigering of intrekking van de toestemming.

Neem contact op met één van onze advocaten

Hitoshi Vanlandeghem

Hitoshi Vanlandeghem

Partner - Advocaat

Contact
Kim Roelants

Kim Roelants

Director - Advocaat

Contact